CMM-campagnes: Gedrukte materialen aanpassen

Wanneer u gedrukte materialen aanpast die deel uitmaken van een CMM-campagne, hebt u mogelijk ook de keus uit diverse afdrukopties, naast de mogelijkheid om tekst en afbeeldingen toe te voegen of te bewerken. Wat u kunt wijzigen, is afhankelijk van het product dat u bestelt. Gedrukte materialen kunnen meer dan één pagina bevatten (bijvoorbeeld voor- en achterzijde), dus zorg ervoor dat u beide pagina's controleert en aanpast.

Opmerking: Als u het gedrukte materiaal aanpast en vervolgens van gedachten verandert, klikt u op Document opnieuw instellen (onder aan het deelvenster Personalisatie) om het document te herstellen naar wat het oorspronkelijk was.

Afdrukopties selecteren

Opmerking: De beschikbare opties zijn afhankelijk van de geselecteerde CMM-campagne.

         Klik in het linkerdeelvenster op een optie, bijvoorbeeld Media, en maak zo nodig nog andere selecties.

Tekst bewerken

1.        Klik op tekst in het deelvenster Personalisatie om te kijken of deze kan worden bewerkt.

Een vak omringt de tekst wanneer deze kan worden bewerkt, en rechts van het tekstvak worden knoppen voor bewerking van de tekst weergegeven. Er kunnen knoppen beschikbaar zijn om de tekst te bewerken, te verwijderen, op de voorgrond of achtergrond te plaatsen, te dupliceren of te roteren. Uw opties zijn afhankelijk van de campagne die u aanpast.

Daarnaast kunnen bepaalde tekstvakken worden verplaatst en kan het formaat worden gewijzigd.

2.        Als u de tekst wilt bewerken, klikt u op of dubbelklikt u op het tekstvak en wijzigt u de tekst naar wens. Sla de wijzigingen op door te klikken op of door buiten het tekstvak te klikken.

U kunt de tekst mogelijk ook opmaken en/of variabelen invoegen. (Variabelen zijn tijdelijke aanduidingen voor echte gegevens vanuit uw contactpersonenlijst, bijvoorbeeld voornaam of achternaam.) Wat u kunt wijzigen, hangt wederom af van de campagne die u aanpast.

Kies een van de volgende mogelijkheden (afhankelijk van de beschikbare opties) en sla uw wijzigingen op door te klikken op of door te klikken buiten het tekstvak nadat de bewerking is voltooid:

         Als u de uitlijning van de tekst (links, gecentreerd of rechts) wilt wijzigen, klikt u op een van de uitlijnknoppen.

         Als u het lettertype van de geselecteerde tekst wilt wijzigen, klikt u op Opmaken en als u de grootte ervan wilt wijzigen, klikt u op Tekengrootten.

         Als u de kleur van de geselecteerde tekst wilt wijzigen, klikt u op .

         Als u de tekst wilt personaliseren door gegevens van de contactpersonenlijst op te nemen, plaatst u de cursor op de gewenste plaats, klikt u op Variabelen en selecteert u een variabele zoals {{Voornaam}} of {{Achternaam}}.

Opmerkingen:

U kunt een variabele invoeren in plaats van deze te selecteren. De naam (zonder spaties) moet overeenkomen met een kolomnaam in de filterset die u gebruikt (zoals weergegeven in het venster Mijn contactpersonen) en de naam van de variabele moet tussen dubbele aanhalingstekens staan.

 Wanneer de tekst variabelen bevat, zijn de voorbeeldgegevens die worden weergegeven in het deelvenster Personalisatie afkomstig uit uw gebruikersprofiel. Als u gegevens van uw contactpersonenlijst wilt bekijken, klikt u op Voorbeeld.

3.        Als u het volledige tekstvak wilt verwijderen, klikt u op .

4.        Als u het tekstvak op de voorgrond wilt verplaatsen, klikt u op en als u het naar de achtergrond wilt verplaatsen, klikt u op . (Dit kan nuttig zijn bij het ergens overheen plaatsen van tekst en afbeeldingen.)

5.        Als u het tekstvak wilt kopiëren, klikt u op , sleept u de kopie naar de gewenste plaats, bewerkt u de tekst naar wens en klikt u op .

6.        Als u het tekstvak wilt roteren, sleept u naar links of rechts.

7.        Als het tekstvak grepen heeft , gebruikt u deze om de grootte van het tekstvak zo nodig te wijzigen.

8.        Als u het tekstvak wilt verplaatsen, klikt u ergens in het vak en sleept u het vervolgens naar de gewenste plaats.

Tekst toevoegen

1.        Als er een knop Tekst toevoegen beschikbaar is onder aan het deelvenster Personalisatie, klikt u op de knop om uw eigen tekst toe te voegen. (Mogelijk moet u omlaag schuiven om de knop Tekst toevoegen te kunnen zien.)

Er wordt een tekstvak geopend met Tekst hier invoeren.

2.        Sleep het tekstvak naar de gewenste plaats op de pagina.

3.        Klik op of dubbelklik op het tekstvak.

4.        Vervang Tekst hier invoeren door uw eigen tekst en maak de tekst op zoals u wilt. Voeg ook variabelen toe voor zover noodzakelijk.

Afbeeldingen bewerken

1.        Klik op een afbeelding in het deelvenster Personalisatie om te zien of deze kan worden bewerkt.

Een vak omringt de afbeelding wanneer deze kan worden bewerkt, en rechts van het tekstvak worden knoppen voor bewerking van de afbeelding weergegeven. Er kunnen knoppen beschikbaar zijn om de afbeelding te wijzigen, te verwijderen, op de voorgrond of achtergrond te plaatsen, te dupliceren of te roteren. Uw opties zijn afhankelijk van de campagne die u aanpast.

Daarnaast kunnen bepaalde afbeeldingsvakken worden verplaatst en kan het formaat worden gewijzigd.

2.        Sleep de knoppen naar links of rechts om in of uit te zoomen.

3.        Sleep het rode midden van de concentrische cirkels om de afbeelding anders in het afbeeldingsvak te plaatsen of om de afbeelding bij te snijden (door een deel ervan te verbergen).

4.        Voer een van de volgende handelingen uit, afhankelijk van de beschikbare opties:

         Als u de afbeelding wilt vervangen, klikt u op , klikt u op Afbeelding uploaden of Google Drive en selecteert u de afbeelding die u wilt gebruiken.

         Als u de volledige afbeelding wilt verwijderen, klikt u op .

         Als u de afbeelding op de voorgrond wilt verplaatsen, klikt u op en als u deze naar de achtergrond wilt verplaatsen, klikt u op . (Dit kan nuttig zijn bij het ergens overheen plaatsen van tekst en afbeeldingen.)

         Als u de afbeelding wilt kopiëren, klikt u op , sleept u de kopie naar de gewenste plaats en brengt u de nodige wijzigingen aan.

         Als u het afbeeldingsvak wilt roteren, sleept u naar links of rechts.

5.        Als het afbeeldingsvak grepen heeft , gebruikt u deze om de grootte van het afbeeldingsvak zo nodig te wijzigen. Als u het kader wilt verplaatsen, klikt u binnen het vak en sleept u het naar de gewenste plaats.

Afbeeldingen toevoegen

1.        Als er een knop Afbeelding toevoegen beschikbaar is onder aan het deelvenster Personalisatie, klikt u op de knop om uw eigen afbeelding toe te voegen. (Mogelijk moet u omlaag schuiven om de knop Afbeelding toevoegen te kunnen zien.)

2.        Er wordt een tijdelijke aanduiding voor een afbeelding toegevoegd. Klik op , klik op Afbeelding uploaden of Google Drive en selecteer de afbeelding die u wilt gebruiken.

3.        Bewerk de afbeelding zoals beschreven in stappen 2 tot en met 5 hierboven.

Alle pagina's aanpassen

Het gedrukte materiaal kan meerdere pagina's hebben (een kaart kan bijvoorbeeld op de voorzijde en op de achterzijde zijn bedrukt).

1.        Controleer de linkerbovenhoek van het deelvenster Personaliseren voor extra pagina's.

2.        Selecteer de pagina die u wilt aanpassen en pas deze aan zoals hierboven beschreven.

De wijzigingen bekijken en doorgaan

1.        Klik op Voorbeeld om de aanpassing te controleren. In het deelvenster Voorbeeld kunt u de geselecteerde afdrukopties zien en records bekijken voor alle contactpersonen in de contactpersonenenlijst die u hebt geselecteerd voor de campagne.

2.        Als u wilt weten hoe de gedrukte versie van het product eruit zal zien, klikt u op PDF-proefafdruk..

3.        Als u verdere wijzigingen wilt aanbrengen, klikt u op Personalisatie en brengt u de wijzigingen aan.

4.        Klik op Gereed om terug te keren naar de pagina Aanpassen. Het gedrukte materiaal dat u hebt aangepast, wordt nu geïdentificeerd als Voltooid. (Als u verdere wijzigingen wilt aanbrengen, klikt u op Bewerken.)